Sla een bron, plant een boom,
strooi het zand uit.
De bron stroomt, de boom groeit,
het zaad ontkiemt.
Geloof in het stromende, het groeiende,
het kiemende leven
F. Cromphout
In 1838 plantte Agatha Lagae de Heulse jonge boom
In de eerste helft van de 19de eeuw was Vlaanderen getekend door het verval van de linnennijverheid en de landbouwcrisis. Door de uitzonderlijk lange en strenge winters werd het basisvoedsel schaars en duur. Hierdoor werden velen het slachtoffer van hongersnood, ziekten en epidemieën, zoals tyfus en cholera.
Heule, het dorp waar Agatha Lagae woonde, bleef niet gespaard van deze ellende. Kinderen, die hun vader en moeder verloren, bleven als weeskind achter. En wie kon de zorgen van de bejaarden helpen dragen?
Agatha was getroffen door deze grote nood van haar volk. Vanuit haar christelijke ingesteldheid en met een gezonde geest en een groot moederhart ging zij op zoek.
Samen met een drietal jonge vrouwen die dezelfde droom koesterden, ging ze aan de slag. Deze geloofden dat God zijn liefde door mensen wilde vertalen. Ze gingen arme, kleine mensen opzoeken en gaven hun perspectief en levenszin. Ze leerden hen schrijven, spinnen en weven. Hun liefde ging ook uit naar bejaarde moeders en vaders die geen thuis meer vonden. Zo deelden ze hun geloof in een liefdevolle God.
Op 2 juli 1838 barstte een eerste lenteknop open met de stichting van een nieuwe congregatie: vier jonge vrouwen drukten hun levensgave uit in een definitieve toewijding aan God en zijn mensen . Zij kozen als motto ‘God is Liefde’ en heetten voortaan ‘Zusters van Liefde’.
Loten ontsprongen aan deze jonge boom en vertakten zich over Vlaanderen…
Nieuwe vrouwen kwamen erbij om zijn Liefde in Heule verder uit te zaaien als kiemen van waarachtig leven… Nauw met elkaar verbonden zetten de eerste zusters zich vol ijver in. In 1853 ontsprong een eerste loot in Otegem op aanvraag van de pastoor: een zustergemeenschap en een schooltje kwamen er tot stand.
Dit was de eerste loot van tien, tot twintig, tot meer dan veertig gemeenschappen die zich wijdden aan arme kinderen, wezen, bejaarden en vooral aan de schoolgaande kinderen en jeugd.
Overal ontwikkelden zich de kleine klasjes, waar men leerde lezen en schrijven, tot volwaardig kleuter en lager onderwijs. In Heule zelf groeide de Franse school uit tot een middelbare school met internaat. Meer dan een eeuw later kwamen, naast de middelbare school te Heule, ook de middelbare scholen ‘Spes nostra’ te Kuurne, Zedelgem en Sint-Andries en de verpleegsterschool ‘Ic dien’ te Roeselare tot bloei.
In 1931 deed een schijnbaar nietig voorval de loot van de medische wereld ontspringen. Te Roeselare groeide vanuit Maria’s Rustoord de kliniek en te Kortrijk opende de congregatie in 1938 de kliniek Maria’s Voorzienigheid. Vanaf 1942 stelden heel wat zusters zich ten dienste van de thuiszorg in het Wit-Gele Kruis. Ook de zorg voor bejaarden in instellingen en aan huis kreeg zijn plaats in deze groei.
Even na 1950 sloten de kleine congregaties van Aalbeke en Wevelgem aan bij de Zusters van Liefde Heule.
Nieuwe loten vertakten zich tot in Afrika
Overal ontwikkelden zich de kleine klasjes, waar men leerde lezen en schrijven, tot volwaardig kleuter en lager onderwijs. In Heule zelf groeide de Franse school uit tot een middelbare school met internaat. Meer dan een eeuw later kwamen, naast de middelbare school te Heule, ook de middelbare scholen ‘Spes nostra’ te Kuurne, Zedelgem en Sint-Andries en de verpleegsterschool ‘Ic dien’ te Roeselare tot bloei.
Na 1966 waaide de geest van het ‘aggiornamento’ door de wijdvertakte boom... Nieuwe loten schoten op
Vanuit deze geest werd zowel naar verdieping als naar nieuwe en méér sociale projecten gezocht. Ook alternatieve vormen van gemeenschapsleven ontstonden. Heel wat nieuwe loten schoten op, zoals:
-
jeugd- en gehandicaptenzorg: Home Bethanie in Kortrijk, De Zandberg in Varsenare, Ten Anker in Klemskerke, Rijksinstelling in Ruiselede, Zonnebloem in Kortrijk, Huize Agatha in Varsenare;
-
onthaalhuis voor eigen medezusters op herstel of met vakantie in De Panne;
-
vormingshuis, als rijhuis tussen de mensen, in de Heulsekasteelstraat;
-
rust- en verzorgingstehuizen voor eigen medezusters in het hoofdklooster en in ‘Huize Sparrenhof’ te Heule;
-
parochiepastoraal: in Heule en in tal van andere parochies in Vlaanderen;
-
dienst aan het pastoraal centrum De Bron in Harelbeke.
Vandaag
Oude takken sterven af … maar de wortels blijven levenskrachtig
instellingen aan verantwoordelijke leken toevertrouwd. Missieactiviteiten werden aan de lokale kerk overgedragen.
Naargelang onze mogelijkheden en talenten blijven wij, zowel binnen- als buitenshuis, zoeken naar zinvolle inzet in onze samenleving. Nu is het de tijd voor vrijwillige dienst.
Steun in onderwijs door engagement in het beleid, op de parochie, met aandacht voor eenzame zieken en bejaarden, attentie voor vreemdelingen en marginalen, steun aan missieacties en -projecten. En niet te vergeten: de liefdedienst en de zorg in eigen huis.
Als in elke religieuze, jong of bejaard én in allen samen, de ‘ziel’ er maar in blijft! Als Gods Liefde, zijn tederheid en mededogen voor ieder mens ons blijft boeien, biedt ons motto ‘God is Liefde’ een verdere openheid op de toekomst.
Elke mens, die zich door deze Liefde aangesproken weet, mag niet alleen zelf volop leven maar ook Leven geven aan anderen vanuit zijn mens zijn. Zo’n mens geeft een eigen gezicht aan Gods Liefde in deze tijd!
Tot op vandaag dragen de Zusters van Liefde de diepe overtuiging mee dat hun stichteres, Agatha Lagae, nog steeds hun congregatie verder leidt. Maar zij beseffen evenzeer dat het graan nog altijd in de aarde moet sterven vooraleer er nieuw Leven kan ontspringen.